Duty of Care, uit het oog is meer in het hart

Wie kent niet de verhalen bij het koffieautomaat over de avonturen van collega’s in het buitenland. Over bijna-ongelukken, boze douaniers, of een overvalletje. Het gebeurd en hoort bij de charme van werken in het buitenland, toch?
Of heeft u van die keurige werknemers? Die alle regels kennen en deze altijd naleven? In dat geval zal u niet wakker liggen van de zorgplicht die op uw schouders ligt. De zorgplicht die stelt dat de werkgever redelijke maatregels moet nemen tegen voorzienbare risico’s, ook in het buitenland. De zorgplicht die de basis is van de zogenaamde duty of care.
Duty of care betekent o.a. dat je als werkgever toezicht dient te houden op de naleving van door jouw gestelde veiligheidsregels. Wanneer het werk in jouw eigen kantoren of panden wordt verricht, dan is dat al lastig genoeg. Een ongeluk zit tenslotte in een klein hoekje. Als het hierin gaat om jouw verantwoordelijkheid als werkgever, gaat de rechter er van uit dat werknemers soms de regels overtreden uit gemakzucht of “to cut corners” zoals de Britten zeggen. Ook dan ben je als werkgever nog steeds aansprakelijk.
Toezicht is zeer belangrijk om te zorgen dat maatregelen ook daadwerkelijk worden nageleefd. Maar hoe doe je dat als het werk zich op grote afstand in het buitenland afspeelt? En zeker als het een zogenaamde “lone worker” betreft?
Over deze vraag boog de Hoge Raad zich in de zaak ‘BTS’. Bij het lezen van de beschrijving moet je je niet laten afleiden door de bedrijfstak of het specifieke land. Dat is niet de kern van deze zaak. Ok, wat was er gebeurd?
Een uitzendkracht werd ingezet als chauffeur om een lading naar Spanje te vervoeren. Hij kreeg de duidelijke instructie dat hij de lading niet mocht lossen en ook niet mocht helpen met het lossen van de lading. Bij aankomst in Spanje helpt hij toch met het lossen van de lading (hoewel hij dit zelf bestrijdt). Tijdens het lossen komt zijn teen onder een lepel van de vorkheftruck. Hierbij wordt een gedeelte van zijn teen geamputeerd.
De uitzendkracht stelt het bedrijf BTS[i] aansprakelijk voor de schade en er volgt een rechtszaak. Uiteindelijk komt de zaak bij de Hoge Raad terecht.
Het is duidelijk dat de schade is geleden in de uitoefening van het werk voor BTS. BTS is dus aansprakelijk voor de schade (art. 7:658 BW), tenzij BTS kan bewijzen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. BTS heeft aan deze zorgplicht voldaan als de juiste maatregelen en aanwijzingen zijn gegeven en als de werkgever toezicht heeft gehouden op deze regels om zeker te zijn dat ze zijn uitgevoerd. Dat is lastig als een werknemer op afstand werkt in het buitenland. De Hoge Raad erkent dat het in alle redelijkheid niet van een werkgever kan worden geëist dat zij ter plekke toezicht houdt. Dat zou erg onpraktisch en feitelijk onwerkbaar worden.
Wel is het zo, dat als de werkgever geen toezicht kan houden, er extra aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Dus in plaats van een afnemende inspanning van de werkgever wordt er feitelijk een toenemende inspanning gevergd.
Welke maatregelen had de werkgever dan kunnen treffen? In dit geval waren veiligheidsschoenen een goede extra maatregel geweest. BTS had deze niet aan de werknemer verstrekt. En met goede reden, hij zou immers niet helpen met het lossen van de lading, dus zouden veiligheidsschoenen overbodig zijn. Echter, omdat de werkgever geen toezicht kan houden, en omdat de werkgever er van uit mag gaan dat er soms een loopje met de regels wordt genomen, had BTS toch veiligheidsschoenen moeten verstrekken. Daarmee was waarschijnlijk de schade voorkomen. Juist omdat er geen toezicht was, moesten er extra maatregelen worden getroffen. BTS had dat niet gedaan en was dus aansprakelijk.
Wat betekent dit voor dienstreizigers of expats die zonder toezicht werken en reizen in het buitenland?
Het is blijkbaar niet voldoende om een werker instructies te geven. Laat staan alleen informatie. Er moeten, wanneer er geen toezicht is, extra maatregelen worden genomen die erop anticiperen dat de werknemer de instructies ruim interpreteert. Deze ruime interpretatie levert risico’s op en deze risico’s moeten van tevoren worden gemitigeerd.
Wat voor extra risico’s komen voor als een werknemer de regels ruimer interpreteert? Veel voorkomende risico’s zijn verkeersongevallen en overvallen (hoewel dit per land verschilt). Dit heeft er veelal mee te maken dat een reiziger zich ergens bevindt waar hij of zij niet had mogen zijn volgens de regels van de organisatie. Een uitgaansgebied met een twijfelachtige reputatie wordt bijvoorbeeld toch bezocht en dit mondt uit in een overval. Een taxi van een dubieus bedrijf wordt gebruikt om toch op tijd op een afspraak te zijn en dit resulteert in een ongeluk. Zo maar wat voorbeelden van reizigers die zich niet aan de regels houden en daarmee zichzelf en de organisatie in de problemen brengen.
Het is dus van belang maatregelen te nemen die de reiziger ook voorbereid op situaties die, in principe, niet voor mogen komen. De stelregel dat je de reizigers beperkt hoeft voor te bereiden omdat de veiligheidsregels voorkomen dat ze in onveilige situaties komen, gaat niet op. Het is van belang van tevoren te bedenken wat er kan gebeuren als een werknemer toch een loopje neemt met deze regels. Deze risico’s moet je afdekken door bijvoorbeeld een veiligheidstraining (HEAT). Tenzij jouw werknemers zich altijd keurig aan de regels houden. Dan hoef je je uiteraard geen zorgen te maken.